Overlevingsmechanismen – hoe je jezelf ooit hebt beschermd
We doen het allemaal. Op onze eigen manier. Ons aanpassen, sterk zijn, pleasen, controleren, onszelf kleiner of juist groter maken, ons terugtrekken, zorgen voor anderen, altijd doorgaan. Vaak zonder dat we het doorhebben, laten we ons gedrag bepalen door oude patronen. Patronen die ooit zijn ontstaan met één doel: ons veilig houden.
Deze patronen noemen we ook wel 'overlevingsmechanismen' of 'beschermingsmechanismen'. Ze zijn niet verkeerd. Integendeel: ze zijn vaak enorm intelligent. Ze hebben je geholpen om te navigeren door situaties die onveilig, pijnlijk of verwarrend waren. Ze waren er toen je nog geen andere mogelijkheden had. Ze hebben je ver gebracht.
Wat zijn overlevingsmechanismen precies?
Overlevingsmechanismen zijn onbewuste strategieën die je ontwikkelt als reactie op (dreigend) verlies van veiligheid, liefde of erkenning. Ze ontstaan meestal vroeg in je leven, wanneer je nog afhankelijk bent van anderen voor je emotionele en fysieke welzijn.
Voorbeelden van zulke mechanismen zijn:
- Je gevoelens wegstoppen of negeren
- Altijd maar doorgaan en jezelf bewijzen
- Je aanpassen aan wat anderen willen
- Moeilijke situaties rationaliseren
- De controle houden over alles
- Je terugtrekken of afstand houden in contact
- Anderen pleasen om conflict te vermijden
- Jezelf kleiner of juist groter maken
Ze lijken op karaktereigenschappen, maar zijn eigenlijk lagen die je over jezelf heen hebt gelegd. Niet omdat je dat wilde, maar omdat het op dat moment nodig was om te overleven – emotioneel, relationeel of zelfs letterlijk.
Waarom blijven ze actief, ook als ze niet meer nodig zijn?
Overlevingsmechanismen nestelen zich diep in je systeem. Ze geven een gevoel van controle, grip, voorspelbaarheid. Zelfs als ze je inmiddels belemmeren, kunnen ze vertrouwd en veilig aanvoelen. Je weet wat je eraan hebt. Ze beschermen je tegen de kwetsbaarheid van het echt voelen – of dat nu verdriet, onzekerheid, gemis of verlangen is. Maar na verloop van tijd kunnen ze hun functie verliezen. Wat ooit bescherming bood, kan je nu juist in de weg zitten. Je blijft over je grenzen gaan. Je voelt niet goed meer wat je zelf wilt. Je past je aan terwijl je diep vanbinnen verlangt naar verbinding. Je houdt alles onder controle, maar voelt je vanbinnen moe en alleen.
Van overleven naar leven
Het doorzien van je overlevingsmechanismen is geen teken van falen, maar juist van groei. Het is een uitnodiging om nieuwsgierig te worden naar jezelf. Naar de delen in jou die bescherming zoeken – en naar de delen die eigenlijk verlangen naar ruimte, ontspanning, echtheid. Je hoeft je overlevingsstrategieën niet te bevechten of te veroordelen. Ze verdienen respect. Ze waren er voor jou toen je ze het hardst nodig had. Maar je mag ze stukje bij beetje loslaten, zodra je voelt: "ik heb nu iets anders nodig."
Zachtheid. Aanraking. Stilte. Echtheid. Ruimte om te voelen. Ruimte om te zijn.
Overleven is niet verkeerd. Maar het is niet hetzelfde als léven. En jij mag leven. Voluit, met alles wat je bent – ook met wat kwetsbaar voelt.